- Pakken aan de pols bij rekstokoefeningen is een vorm van
gemakzucht. Aan de opperarm is de omtrekbeweging en de -snelheid
groter. Aan de pols geef je de uitvoerder een ‘vals’
gevoel van hulpvaardigheid en veiligheid. Bij draaien of
zwaaien aan een rekstok, is op die manier het moment van
de helperskracht niet gunstig: je opent een deur toch ook
niet door te drukken kort bij de scharnieren!
- Pakken aan de pols bij steunsprongen is fout en gevaarlijk:
je trekt de handen weg en je belet het kaatsen.
- Het pakken aan de enkels bij handstand en stut, heeft
naast onwetendheid soms te maken met een zeker schroom om
de partner aan de dijen te klemmen. Bij het helpen aan de
enkels in kopstand of handstand zijn er te veel ‘vrijheidsgraden’.
Dit wil zeggen ‘gewrichten waar het fout kan lopen’
tussen het steunpunt en de helpersgreep. Bovendien kan je
weinig kracht uitoefenen om te helpen strekken, omdat je
dan boven je hoofd moet bijsturen en omdat je het gewicht
moet tillen vanuit de armen in plaats vanuit de benen.
|