HELP!
De 10 geboden van een goede helper |
|
2 |
De
helper stelt zich stevig op, kort bij de beweger, vooral op
het gevaarlijkste punt |
|
|
|
|
- Vaak zien we dat helpers te veel afstand houden. Dit is
nefast voor de helpersrug bij het tillen. Bovendien help
je dan uit evenwicht, want de projectie van het gemeenschappelijk
zwaartepunt (uitvoerder-helper) valt dan buiten het steunvlak.
- Beveiligen op een zachte valmat of op een wankele constructie
(een stoel op een mat, op de balk zelf…) is niet alleen
onveilig voor de helper zelf. De uitvoerder moet erop kunnen
rekenen dat alle aandacht van de helpers naar zijn ondersteuning
gaat.
- Bij gymthema’s die hoog uitgevoerd worden, zoals
afsprongen van een balk, zal de helper zich op een stevig
verhoog opstellen in plaats van te reiken op de tenen.
- Helpen van op de kast (bij sprong) of van op de balk is
eveneens geen goed idee. Als de helper zich meer moet concentreren
op het eigen evenwicht dan op het hulpverlenen, is hij zeker
niet goed bezig. Bovendien zondigt hij op deze manier ook
tegen het 5de, 7de
en 8ste gebod (zie verder).
|
|