- Bij salto, molentje voorwaarts, achterwaartse buikdraai
… omklemmen we de opperarm van de uitvoerder op een
eenvoudige wijze op het moment dat hij ondersteboven hangt.
Bij de voorwaartse buikdraai houden we het lichaam bij het
rek en forceren we de heupbuiging. Bij neksteunoverslag
met schroef dragen we en dwingen we de medeleerling in de
gekozen schroefrichting.
- De helpersgreep mag de uitvoerder niet hinderen.
Dit principe heeft als consequentie dat de helper, die vastneemt
vóór de beweging begint, een voorontwerp van
de beweging moet kunnen maken, zodat hij reeds contact kan
maken met een juiste (draai)klemgreep.
|