|
Reis rond de wereld |
Verbouw je turnzaal in
een speeltuin en laat de kleuters hun bewegingsmogelijkheden
ontdekken op de verschillende materiaalopstellingen. Basisschoolkinderen
kunnen dan weer 'reizen rond de wereld' met uitdagende bewegingsopdrachten! |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Begeleiding |
De kleuters worden begeleid en niet alleen voor
de veiligheid.
Dit betekent dat de leraar geen bewegingsvorm oplegt maar het
initiatief aan het kind overlaat. De begeleider waakt en stuurt
met het oog op:
|
|
|
|
Motorische competentie, dit wil
zeggen juist en aangepast en doorleefd schommelen balanceren,
klauteren, glijden... . Doorleefd bewegen wijst op het affectieve
aspect van het bewegen. Aan de lachende, verbeten, uitgelaten
gezichten van kleuters merk je dat ze volledig in hun bewegen
kunnen opgaan. |
|
|
|
Lichamelijk, psychisch en sociaal welbevinden.
De kinderen worden in hun experimenteren met de tuigen voortdurend
met veiligheid geconfronteerd. Dit betekent zowel veilig bewegen
als veilige bewegingssituaties. In een speeltuin kan je kinderen
er bijvoorbeeld op wijzen rustig te bewegen bij het balanceren,
pas van een toestel springen als er plaats is op de mat, niet
duwen tegen kleu-ters die je voor staan, wachten op een veilige
plaats van een schommel… De ervaring leert dat de meeste
kleuters spontaan voor zichzelf veiligheid inbou-wen. Als begeleider
treed je best op een positieve manier op. Veilig kleutergedrag
moet aangemoedigd worden. Wijs vooraf niet teveel op “gevaarlijke”
situa-ties. Grijp op zulke ogenblikken kordaat in. |
|
|
|
Een positief zelfconcept en sociaal functioneren.
Zelfconcept wijst naar het beeld dat men van zichzelf heeft als
persoon. Positieve bewegingservaringen zijn noodzakelijk voor
de ontwikkeling van dit zelfconcept. Bovendien spelen de reacties
van de omgeving op het zich bewegen een grote rol in de beeldvor-ming
die een kind van zichzelf opbouwt. De wijze waarop het kind zichzelf
beleeft, bepaalt ook zijn sociaal functioneren. Een kind dat bijvoorbeeld
weinig positieve ervaringen met experimenteren van eigen bewegingsmogelijkheden
krijgt, zal misschien niet geneigd zijn om samen met andere kinderen
op de glijbaan, reuzenschommel of springkasteel te spelen.
Bewegen is voor het kind een unieke kans om “contact”
op te bouwen met anderen en de omgeving. Zo leert hij lichaamstaal
begrijpen en zichzelf in bewe-ging uitdrukken.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|