home-gymroom
Je mag alles gebruiken wat je op deze site vindt.
(Maar refereer!)
 

Welkom > Theorie > Help! >

HELP! Methodiek

Helpen (en geholpen worden) is een vaardigheid die moet aangeleerd worden.
Wij onderscheiden twee leerwegen en geven ze telkens de naam van een auteur

1. De indirecte leerweg volgens STIJNEN (1984)

Hij voorziet voor het helpen zes stappen. Deze leerstofopbouw wordt niet gerealiseerd in een enkele les maar wordt over vele jaren gespreid. De oefeningen worden gekozen in functie van de vordering van de helpercapaciteiten. Het helpen is het kerndoel in deze opbouw. Hij pleit voor een start in het basisonderwijs! De vierde stap en verder reserveert hij voor het secundair onderwijs.
1.1 Eerste stap: in coöperatie taken verrichten
Niet tegen elkaar, maar met elkaar opdrachten tot een goed einde brengen.
Voorbeeld: samen toestellen dragen, per twee opdrachtjes uitvoeren, elkaar helpen bij het schoenen dichtknopen.
1.2 Tweede stap: heffen en ondersteunen
Geen voorwerpen maar een partner heffen zoals bij acrogymopdrachten of basis L.O.-oefeningen.
1. Derde stap: dragen en verplaatsen
Opdrachten waarbij de partner door één of meer dragers verplaatst wordt.
Voorbeeld: Romeinse wagen.
2. Vierde stap: beveiligen en begeleiden van eenvoudige bewegingen
Toepassen van een eenvoudige helpersgreep die ongewijzigd blijft tijdens het hele bewegingsverloop.
Voorbeeld : helpen bij borstwaarts omtrekken.
3. Vijfde stap: beveiligen en begeleiden
Leren ingrijpen tijdens het verloop van eenvoudige bewegingen met een eenvoudige helpersgreep.
Voorbeeld : helpen bij tussen de steun springen over een springkast.
4. Zesde stap: beveiligen en begeleiden van bewegingen
Het betreft helpersgrepen met een hogere moeilijkheidsgraad.
Voorbeeld: helpen bij schroefsalto. De laatste stap wordt voorbehouden voor lesgevers en laatstejaars uit een club of sportafdeling.
Stijnen pleit ervoor om de eerste drie stappen in het basisonderwijs in te voeren. De leerlingen krijgen een beperkte verantwoordelijkheid toegeschoven. Zij ontwikkelen motorische en sociale competenties die aan de basis liggen van efficiënt en prettig samenwerken in groep. Vanaf de vierde stap kan eveneens gesproken worden van een parallelle leerweg

2. De parallelle leerweg volgens SCHROVEN (1984)

Beweger en helper volgen een "parallelle" leerweg. Op beide leerwegen komen analoge problemen voor op het vlak van motorische, sociale en emotionele competentie.
Bij het begin van het leerproces van de beweger liggen de vereisten voor het helpen hoger. Wanneer de uitvoeringskwaliteit toeneemt, verminderen de helpersvereisten. Dit wordt schematisch weergegeven in figuur 6.
Figuur 6: relatie tussen de kwaliteiten van de helper en de beweger (Schroven, 1984)

Het schema toont aan dat, de helpers reeds een leerweg achter de rug hebben (van a tot b) vooraleer de beweger start met zijn leerproces. Bij het einde van het leerproces van de beweger (d), dus bij het automatiseren en perfectioneren van de beweging, is het aandeel van de helpers afgenomen. De evolutie van a naar d onderstelt in deze optiek een bewuste directe aanpak! Dit leerproces wordt opgebouwd in zes stappen.
1. De helpersgreep aanleggen vóór de beweging en bewaren tijdens de gekende beweging.
2. De helpersgreep toepassen en behouden in een gekend bewegingsverloop.
3. De helpersgreep toepassen in een situatie die op de eindvorm gelijkt, maar beveiligd wordt door de materiaalopstelling.
4. Met de helpertechniek het volle gewicht van de uitvoerder dragen.
5. De gekende helpersgreep aanpassen in functie van vooraf gekende uitvoeringstekorten.
6. De helpersgreep aanpassen op onverwachte momenten tijdens de uitvoering.





 


Laatste wijziging: 8 January, 2011