|
Kippen
kan men het best omschrijven als een verbindingselement om van
langhang of stand naar streksteun te komen. Deze techniek kan
zowel bij brug als bij rekstok gebruikt worden. We vertrekken
vanuit stand, met de benen gestrekt, voorover geneigd, de handen
in kneukelgreep, de schouders gestrekt. We springen lichtjes
op door de benen achtereenvolgens te buigen en te strekken,
gevolgd door de aanzwaaifase. Op het verste punt van de zwaai
buigen we nu heel snel de heupen en raken bijna met de beide
voetwreven het rek voor we terugzwaaien. In de terugzwaai sluiten
we de schouderhoek geleidelijk aan, terwijl we even geleidelijk
onze heupen opnieuw strekken. De benen glijden langs het rek.
We eindigen in buigsteun met gebogen armen of in streksteun,
al naargelang we nadien willen verbinden met een achterwaartse
buikdraai of een voorwaartse buikdraai. Om overdreven spanningen
te vermijden in de hals, kijken we gedurende de hele beweging
naar onze voeten.
Sommigen voeren tijdens het aanzweven een overstrekking uit,
alvorens de heupen te buigen. Dit is een moeilijkere versie,
die niet noodzakelijk, maar wel mooi is. Dikwijls beschrijft
men het glijden met de benen langs het rek als ‘een broek
aantrekken’. |
Kijkwijzers |
|
Leerwegen |
|
Helpen |
|
Vereisten |
|
Normen |
x |
Toepassingen |
- varianten:
- verbindingen:
- andere situaties:
|
Bronnen |
- Filmpjes:
- Literatuur:
- Links:
|
|