Rondat,
Radwende, Überschlag seitwdrts mit ¼ Drehung (D) |
Arab
spring, roundoff (E) |
Rondade
(Fr) |
|
|
|
Alhoewel
rondat een variant is van het rad, bespreken we de oefening
toch apart. Het is een belangrijke turnvaar-digheid, die je
in staat stelt om voorwaartse snelheid om te zetten in rugwaartse
rotatie.
Voor de aanloop, de opsprong en het plaatsen van de handen,
verwijzen we naar het rad. We brengen de benen zo snel mogelijk
samen na de afzet met het afstootbeen. Met een lichte overdrijving
kunnen we zeggen dat het af-stootbeen het zwaaibeen inhaalt
nog voor de handstand bereikt wordt. Met beide benen samen,
zonder de handen te verplaatsen, draaien we een 1/4draai verder
rond de lengte-as. Ook de schouder-as draait ten opzichte van
de lijn die gevormd wordt door de twee handensteunen. We 'schnepperen'
tot stand met de beide benen samen ; de heupen zijn praktisch
gestrekt. De armen blijven gedurende de hele beweging in het
verlengde van de romp, ook tijdens de opsprong en landing. De
afstand tussen de handensteun en voetenlanding varieert naargelang
van de verbinding die we willen maken. Volgt er een flik, dan
is de afstand klein. Doen we echter na rondat een salto of twistsalto,
dan is de afstand groter. Om het schnepperen te vereenvoudigen,
zullen we meer en meer indraaien bij het plaatsen van de handen.
Om te versnellen voert men het radwenden ook uit op gebogen
armen.
Het 'Schnepperen' (D) of 'coup defouet'(F) of 'zweepslag'(N)
is een korte en krachtige heupactie van holle rug naar gehoekte
heupen -, begeleid door een actie in de armen en de schouders.
Dit bewegingsonderdeel stelt ons in staat rotatiesnelheid te
winnen. We vinden het terug bij vele sprongen (flikflak, hecht,
overslag salto, tsukahara, yamashita enz.). Men moet er echter
wel voor waken dat men de heuphoek blokkeert.
Op vele plaatsen wordt ten onrechte gevraagd om fel te hoeken
in de heupen voor de landing (afkappen). We moe-ten echter met
opgerichte romp op de voeten landen. |
Kijkwijzers |
|
Leerwegen |
|
Helpen |
- We kunnen de courbette verlichten door te heffen aan de
schouders.
- Het draaien om de lengte-as, het uitvoeren in een verticaal
vlak, het sluiten van de benen wordt geholpen door een klemgreep
aan het bekken.
- De helper staat (voor zijn eigen veiligheid) aan de rugkant
van de uitvoerder.
- Soms staat de helper aan de buikzijde om de uitvoerder
te verplichten zich te strekken (hier echter zonder aanloopsnelheid).
|
Vereisten |
- Op ene rechte lijn uitvoeren.
- In een vertikaal vlak uitvoeren.
- De benen sluiten voor de handstand.
- Schnepperen en romp oprichten.
- Eindigen met een kaatsende hoogtesprong met de armen in
het verlengde van de romp.
|
Normen |
x |
Toepassingen |
- varianten:
- verbindingen:
- andere situaties:
|
Bronnen |
- Filmpjes:
- Literatuur:
- Links:
|
|