|
In
de handenstand staan we volledig gestrekt: de tenen wijzen naar
het plafond; de benen zijn gestrekt de knieën aaneengesloten;
het bekken is teruggekanteld; de rug is vlak; de schouders en
ellebogen zijn gestrekt. Je mag naar je handen kijken zonder
je rug hol te trek-ken.
Om te rollen, verliezen we eerst ons evenwicht rugwaarts, om
nadien al onze gewrichten te buigen: eerst de gewrich-ten het
dichts bij de grond, nadien de andere (armen, schouders, nek,
rug, bekken terugkantelen, knieën, voeten: in deze volgorde).
We blijven in een klein bolletje tot we ons boven onze voeten
bevinden. We eindigen in strekstand in evenwicht. |
Kijkwijzers |
|
Leerwegen |
|
Helpen |
|
Vereisten |
|
Normen |
x |
Toepassingen |
- varianten:
- verbindingen:
- andere situaties:
|
Bronnen |
- Filmpjes:
- Literatuur:
- Links:
|
|