|
Inleidende
beweging: rustig zwaaien
In streksteun zwaaien we lichtjes heen en weer tussen de leggers.
We letten erop dat het lichaam gestrekt blijft en de schouders
naar voren of naar achteren neigen als we respectievelijk in
onze achter- of voorzwaai zitten. Dit om ons evenwicht te bewaren,
goede vormspanning en hoofd is in het verlengde van de romp.
Het kijkt naar voren
B) Hoofdbeweging
In een eerste fase brengen we onze benen naar boven en onze
schouders lichtjes (een beetje tegen houdend) naar achteren,
waarbij we erop letten dat de heup de beweging leidt, zodat
deze uiteindelijk hoog genoeg komt te liggen in de vouwlig.
We brengen vervolgens onze knieën naar onze neus en gelijktijdig
laten we ons naar achteren vallen, zodat we in een kortstondige
vouwlig komen te liggen. Het is nodig in het naar achteren gaan,
de armen een beetje te plooien naar buiten toe, we komen immers
in vouwlig op onze armen te liggen. De benen zijn gestrekt horizontaal
en de heup hoog. In de volgende fase strekken we actief onze
benen uit in schuin voorwaartse richting (45 graden) en duwen
we onszelf omhoog met de armen. We blokkeren e de heupen als
ons lichaam gestrekt is. Door de strekbeweging van de heupen
en de opwaartse duwkracht van de armen komen onze schouders
van de leggers, tot we helemaal steunen. Het is belangrijk de
schouders te blokkeren in deze laatste fase, zodat we niet naar
voren doorschieten
C) Eindbeweging: rustig zwaaien
Idem inleidende beweging.
|
Kijkwijzers |
|
Leerwegen |
|
Helpen |
|
Vereisten |
|
Normen |
x |
Toepassingen |
- varianten:
- verbindingen:
- andere situaties:
|
Bronnen |
- Filmpjes:
- Literatuur:
- Links:
|
|