home-gymroom
Je mag alles gebruiken wat je op deze site vindt.
(Maar refereer!)
 

Welkom > Thema's >

Sprong: voorwaartse salto
x (D) y (E) z (Fr)    

De voorwaartse salto kan worden uitgevoerd met verschillende armbewegingen bij de afstoot
? De armen zwaaien van achter de heupen tijdens de afstoot tot hoog voorwaarts opwaarts tijdens de stijgfase.
? De armen zwaaien van schuin vooropwaarts tot ver achterwaarts (Japanse salto).
? De armen worden hoog gehouden tijdens de afstoot (b.v. bij de verbinding overslag-salto en als afsprong van de evenwichtsbalk).
We beschrijven hier alleen de eerste vorm, uitgevoerd met een minitrampoline. De vorm moet maar weinig worden aangepast wanneer we de salto met een springplank of op de grond uitvoeren.
Na een aanloop springen we met een verre lange sluitpas in de minitrampoline, terwijl we de armen achter de heupen brengen. We stoten af uit de trampoline en zwaaien gelijktijdig de armen naar voor tot boven het hoofd. Tijdens de afstoot in de mini zorgen we ervoor dat de schouders achter onze voeten blijven om een mooie stijgfase mogelijk te maken. Op het hoogste punt van de sprong buigen we al de gewrichten : het lichaam is balvormig gebogen ?we grijpen de schenen of de billen vast. Zo versnellen we de voorwaartse draai. We strekken ons bewust terug uit in de richting van de mat, om in even~cht op de voeten te landen met de armen opwaarts gericht. Bij de af-stoot houden we het hoofd rechtop en tijdens de draai brengen we de kin op de borst.
Een goede saltospringer springt met de ogen open.

Er wordt gestart met een korte maar krachtige aanloop die gevolgd wordt door een sluitpas. Je maakt vervolgens een streksprong licht schuin opwaarts met je armen gestrekt in de lucht (armen naast de oren), waardoor er de nodige voorspanning ontstaat. Wat volgt is een rotatiebeweging voorwaarts rond de breedte-as. De rotatie wordt ingezet wanneer het hoogste punt van de streksprong bereikt is. De inzet gebeurt vanaf de schouders. De handen grijpen de knieën. De rest van het lichaam volgt vervolgens dezelfde baan als de schouders, waardoor het lichaam in een bolletje in de lucht hangt, de kin is op de borst. De benen worden hierbij dus helemaal ingetrokken om je zo klein mogelijk te maken. Wanneer de rotatie 135° heeft afgelegd, laten de handen de knieën los en strekt het lichaam zich helemaal uit. De voeten raken de mat eerst zodat je in strekstand landt met beiden voeten samen. De benen geven wel een lichte buiging om de schok op te vangen.

Kijkwijzers

  • d
  • e

Leerwegen

  • g
  • h

Helpen

  • d
  • e

Vereisten

  • a
  • b

Normen

x

Toepassingen

  • varianten:
  • verbindingen:
  • andere situaties:

Bronnen

 


Laatste wijziging: 23 January, 2011