home-gymroom
Je mag alles gebruiken wat je op deze site vindt.
(Maar refereer!)
 

Welkom > Thema's >

Onderwerp
x (D) y (E) z (Fr)    
De armbeweging bij de achterwaartse salto verschilt naargelang van de situatie (op de grote trampoline, op de minitrampoline of op de grond) en van de verbinding waarin ze uitgevoerd wordt. Er is ook een evolutie in de techniek van de armzwaai. We kunnen de armen voor-opwaarts blokkeren en onze schenen grijpen tijdens het hurken. Soms (met het oog op een dubbele achterwaartse salto) draaien we de armen verder rugwaarts door, om de billen te grijpen.
De techniek die we hier beschrijven is bedoeld als stap naar de verbindingen uit rondat of flikflak. Daarom vertrekken we vanuit ophurken op een kast.
Beschrijving

Vanuit stand in de minitrampoline, met de handen gesteund op de kast, hurken we op tot (vluchtige) handstand. Vanuit deze hoge omgekeerde steun komen we met licht overstrekt lichaam en beide voeten te zamen in de mini neer. Beide handen zijn los van de kast en we houden de armen opwaarts. We stijgen met weinig verplaatsing en met het lichaam gestrekt. Op het hoogste punt van deze stijgfase buigen we het hele lichaam, we grijpen de schenen. Op deze wijze versnellen we de achterwaartse draai. We strekken ons terug uit om in evenwicht te landen.

Er wordt gediscussieerd over de juiste hoofdhouding: de kin op de borst of 291 het hoofd in de nek. Als je het kan is 'hoofd rechtop' de ideale positie. Het voornaamste blijft dat je als beginneling veilig en als gevorderde hoog en met weinig verplaatsing ronddraait.

Kijkwijzers

  • d
  • e

Leerwegen

  • g
  • h

Helpen

  • d
  • e

Vereisten

  • a
  • b

Normen

x

Toepassingen

  • varianten:
  • verbindingen:
  • andere situaties:

Bronnen

 


Laatste wijziging: 23 January, 2011