|
Deze
sprong over de springtafel wordt in het dames- en herenturnen
verschillend benoemd. Bij de herewn ??waar deze sprong over
het paard in de lengte gesprongen wordt ??noemt men hem de 'Hollander',
bij de meisjes spreekt men gewoon van het rad.
Bij het uitvoeren van de Hollander wordt iets lager aangezweeft
met de dichtste arm min of meer gebogen waardoor een hogere
kaatskracht beoogd wordt. Ook het feit dat de handen verder
van elkaar geplaatst kunnen worden op een toestel in de lengte,
verhoogt de kaatskracht. In het damesturnen wordt dit echter
niet toegestaan. Hier moeten beide armen steeds gestrekt blijven
en gebeurt de kaatsactie louter vanuit de schoudergordel. Doordat
het toestel opgesteld staat in de breedte, staan de handen bij
het rad ook dichter bij elkaar.
In de internationale puntencode staat de landing bij deze sprong
zijdelings
beschreven. Wij laten echter landen met het gezicht naar het
paard gekeerd
de beide voeten wijzen naar de aanloopbaan. Deze landing is
veiliger en veroorzaakt minder knieletsels.
Beschrijving Vanuit een snelle aanloop met een verre sluitpas
springen we op de springplank (in de mini) met de armen achter
de heupen. Tijdens het aanzweven naar het toestel zwaaien
we de armen naar voor in het verlengde van de romp, we draaien
gelijktijdig een kwart draai rond de lengteas, de heupen zijn
gestrekt. Deze kwart draai wordt ingezet nadat de beide voeten
de springplank hebben verlaten. De dichtste hand wordt wat
eerder op het toestel geplaatst dan de andere hand. Met een
kaatsende handensteun draaien we verder door de handenstand.
We schroeven tijdens de tweede vlucht nog een kwart verder
om net als bij een rondat in het grondturnen, met het aangezicht
in de richting van waar we komen, in evenwicht te landen.
Zoals bij de handstand-overslag en bij de yamashita zijn de
schuine aanval, de aanloopsnelheid en de kaatsende handensteun
bepalend voor de hoogte van de tweede zweeffase. Deze sprong
is veiliger en schijnbaar gemakkelijker dan de twee vorige
sprongen. Maar hier zijn de schouderstrekking en heupstrekking
nog meer van belang, wil men het rad uitvoeren in een verticaal
vlak in het verlengde van de aanloopbaan.
Om knieletsels te voorkomen, landen we steeds met de voeten
wijzend in de richting van het paard.
|