Anatomie: onderbeenspieren - lateraal |
M. peroneus longus [lange kuitbeenspier]
Oorsprong:
- de kop van de fibula
- de proximale helft tot een derde van de laterale
oppervlakte van de fibuladiafyse
|
|
Verloop:
distaal lateraal. De lange eindpees buigt achter de
buitenenkel naar plantair van lateraal gaat hij verder
schuin naar de mediale rand van de voet.
|
Aanhechting:
Plantair
- op de tuberositas van Os Metatarale I
- en Os Cuneiforme mediale.
|
Werking:
|
De aangeduide
percentages komen uit:
De Roo M, (2001), Anatomische Schetsen,
Leuven/Amersfoort: Acco,299p. |
|
M. peroneus brevis [korte kuitbeenspier]
Oorsprong:
distale 2/3 van de laterale zijde van de fibuladiafyse |
|
Verloop:
lateraal distaalwaarts en buigt samen met de M. Peroneus
Longus achter de buitenenkel naar voor lateraal aan
de voet aan te hechten. |
Aanhechting:
Tuberositas van Os Metatarsaal V
|
Werking:
|
De aangeduide
percentages komen uit:
De Roo M, (2001), Anatomische Schetsen,
Leuven/Amersfoort: Acco,299p. |
|
|